Mythe:
Verkrachters handelen uit seksuele frustratie.

Realiteit:

De mythe leeft dat verkrachters seksueel gefrustreerden zijn die zich niet langer kunnen ‘bedwingen’ of een onweerstaanbare nood hebben aan seks, maar dat is nooit of zelden het geval. Seks kan voor verkrachters een van de motieven zijn maar seksuele frustratie is doorgaans lang niet de enige of belangrijkste oorzaak. Een groot deel van de verkrachtingen zijn woedeverkrachtingen, waarbij het seksueel geweld een uiting of een instrument is van woede, of ‘impulsieve’ verkrachtingen, waarbij de verkrachter de grenzen van het slachtoffer ernstig overschrijdt, zonder dat die daarom handelt uit frustratie door een tekort aan seks.

Mythe:
Verkrachting komt zelden voor.

Realiteit:

Seksueel geweld komt helaas heel vaak voor in alle lagen van de bevolking. De kans is dus groot dat iemand in je familie of vriendenkring ooit het slachtoffer is geweest van seksueel geweld.

De officiële cijfers voor verkrachtingen in ons land zijn hallucinant hoog. In 2014 meldden de politiestatistieken 3062 klachten in verband met verkrachtingen en 180 groepsverkrachtingen. Dit betekent dat er in ons land elke week 3 aangiften van groepsverkrachtingen worden ingediend, elke dag 8 klachten wegens verkrachting en 10 wegens aantasting van de seksuele integriteit (3.567 in 2014). Nog zwaarder weegt het zogenaamde dark number door: meer dan 90% van de aanrandingen en verkrachtingen wordt niet aangegeven en is dus ook niet in de politiestatistieken opgenomen.

Mythe:
Verkrachters zijn vreemde engerds die plots uit de bosjes springen.

Realiteit:

Drie van de vier daders van seksueel misbruik tegen volwassenen is een bekende. Bij mannelijke slachtoffers is dat 62%. Bij vrouwen is de dader in 48% van de gevallen de partner, in 10% een familielid, in 13% een kennis en in 7% iemand van het werk. Bij seksueel geweld op een minderjarige is de dader meestal een mannelijk familielid of kennis. Slechts 15% van de daders van seksueel misbruik tegen minderjarigen is een onbekende.

Mythe:
Verkrachting kan voorkomen worden door bepaalde plaatsen te mijden en je gezond verstand te gebruiken.

Realiteit:

Mensen worden níet verkracht of aangerand omdat ze ‘hun gezond verstand’ niet gebruiken. Dat durft men in de volksmond wel eens te beweren maar is absolute onzin. Mensen worden verkracht of aangerand omdat ze de brute pech hebben met een verkrachter of een aanrander in contact te komen. Het is dan ook erg belangrijk om deze mythe uit de wereld te helpen want het kan leiden tot een beperking van de bewegingsvrijheid: het is bijvoorbeeld niet zo dat je seksueel geweld uitlokt door op een laat uur door de straat te wandelen. De verantwoordelijkheid ligt steeds volledig bij de dader en nooit ofte nimmer bij het slachtoffer.

Mythe:
Mannen kunnen niet verkracht worden.

Realiteit:

Een man of een jongen kan zeker verkracht worden. Hierbij gelden dezelfde regels als bij vrouwen: als er zich onvrijwillige penetratie voordoet is het verkrachting. Ook kan de seksuele integriteit van een man/jongen worden aangetast, op dezelfde manier als bij vrouwen.

Mythe:
Slechts “een bepaald soort” vrouwen wordt verkracht. Mij zal het nooit overkomen.

Realiteit:

Verkrachters kiezen het slachtoffers niet op basis van hun uiterlijk, hun kleding, hun leeftijd of hun status. Een verkrachter zoekt naar een persoon waarvan hij vermoedt dat hij deze kan misbruiken.

Mythe:
Verkrachting heeft geen blijvende gevolgen.

Realiteit:

In twee derde van de gevallen heeft seksueel geweld een blijvende impact op de (geestelijke) gezondheid van de slachtoffers. Experts zien de gevolgen van verkrachting als een posttraumatische stressstoornis, precies zoals dat het geval is voor getuigen van een oorlog. Een stoornis of probleem kan meteen ontstaan na de verkrachting, maar kan even goed pas jaren later tot uiting komen. Dat is vaak zo bij personen die als minderjarige het slachtoffer werden van seksueel geweld. De verschijnselen zijn vaak zeer uiteenlopend: prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen, slaapstoornissen, concentratieproblemen, overmatige waakzaamheid, heftige schrikreacties, psychische en lichamelijke reacties bij gelijkaardige gebeurtenissen, het herbeleven van de gebeurtenissen, dissociatie, nachtmerries, bepaalde situaties of activiteiten vermijden, geheugenverlies, problemen om gevoelens te uiten, het gevoel van vervreemding, drank- en drugverslaving enzovoort.

Mythe:
Als er geen geweld aan te pas komt of als het slachtoffer zich niet verweert, is het geen verkrachting.

Realiteit:

Een verkrachting of aanranding is een gewelddadige en erg beangstigende gebeurtenis. Je kunt onmogelijk op voorhand weten hoe je in zo’n situatie zou reageren. Er bestaat dus ook geen ‘juiste’ of ‘foute’ reactie. Daarbij verweren slachtoffers zich vaak niet, om het geweld dat tegen hen gebruikt zal worden zoveel mogelijk te beperken. Tijdens een aanranding kan het slachtoffer ook zo angstig zijn dat het lichaam verlamt. Zich verzetten of ’neen’ zeggen wordt onmogelijk. Dit heet tonic immobility of verlamming. Dit is een natuurlijke en onvrijwillige reactie van het lichaam op situaties van extreme stress. Dit betekent niet dat de dader onschuldig is. Zolang een persoon geen duidelijke toestemming geeft voor seks, gaat het om verkrachting.

Mythe:
Als het slachtoffer seksueel opgewonden raakt of een orgasme kreeg tijdens de verkrachting, betekent dit dat hij/ zij ervan genoten heeft.

Realiteit:

Sommige slachtoffers krijgen een erectie of komen klaar tijdens seksueel geweld. Dit kan verwarrend zijn, want dan lijkt het alsof het leuk of lekker was. De meeste mensen weten niet dat een erectie/klaarkomen ook tijdens extreme stress kan ontstaan. Er hoeft dus geen sprake te zijn van seksuele opwinding.

Meisjes en vrouwen worden vochtig tijdens seksuele activiteiten en kunnen dat ook worden tijdens een verkrachting. Het is een natuurlijke reactie om hun vagina te beschermen tegen verwonding en kan dus ook voorkomen als de seksuele activiteit ongewild is. Dat het slachtoffer vochtig werd, betekent dus niet dat zij toestemde of ervan heeft genoten.

Mythe:
Alleen knappe, jonge meisjes worden verkracht.

Realiteit:

Vrouwen van àlle leeftijden worden verkracht. Vele vrouwen denken dat ze nooit verkracht zullen worden, omdat ze niet behoren tot een bepaalde categorie van vrouwen. De cijfers spreken dit tegen. De statistieken tellen vrouwen en meisjes van alle leeftijden, klassen, culturen en rassen. Aantrekkelijk zijn heeft evenmin een invloed. Voor de verkrachter gaat het niet om het uiterlijk. Hij of zij zoekt een persoon die hem kwetsbaar lijkt.

Mythe:
Slachtoffers kunnen genieten van een verkrachting. Want stiekem of onbewust houden slachtoffers van verkrachting.

Realiteit:

Geen enkele man of vrouw, jongen of meisje geniet van een verkrachting. Het is brutaal geweld, zowel op mentaal als op lichamelijk vlak. Verkrachting is géén vrijwillige seks en gebeurt onder bedreiging, door geweld of door manipulatie.

Mythe:
Vrouwen fantaseren over verkrachting.

Realiteit:

Sommige vrouwen kunnen wel fantasieën hebben over agressieve en vernederende seks, maar het gespeelde geweld kan in dat geval op elk moment worden stopgezet. Bij een verkrachting heeft het slachtoffer geen enkele controle.

Mythe:
Een slachtoffer kan maar beter niet blijven tobben over de verkrachting. Hij/zij kan het maar beter uit het hoofd zetten.

Realiteit:

Dit soort ‘advies’ is meestal goedbedoeld maar praktisch onmogelijk uit te voeren. Elk slachtoffer moet over de feiten kunnen praten met familie, vrienden alsook met professionals. Slachtoffers die er met niemand over mogen spreken, hebben veel meer moeite om het trauma te verwerken. Bovendien kan na verschillende jaren het trauma herbeleefd worden, ook al wordt de link met de verkrachting zelf niet steeds gelegd. Het is belangrijk om het slachtoffer te blijven steunen.

Mythe:
Verkrachters zijn “louche types”.

Realiteit:

Een verkrachter hoeft geen vreemd type te zijn. Hij of zij kan evengoed een dokter, politieagent, advocaat of vriendelijke buurman zijn. Het is dus niet zo dat je een verkrachter aan zijn of haar uiterlijk kan herkennen. Hij of zij kan erg normaal overkomen. Velen zijn zelfs jong, getrouwd en hebben kinderen.

Mythe:
Verkrachting is een passionele misdaad.

Realiteit:

Verkrachting is een geweldpleging en heeft dus niets te maken met passie of liefde. De meerderheid van de verkrachtingen gebeuren niet spontaan; de voedingsbodem voor de verkrachting is al langer gemaakt in de geest van de verkrachter. Er is dus geen sprake van oncontroleerbare passie. Daders kunnen gemakkelijk hun seksuele drang in bedwang houden.

Mythe:
Prostituees kunnen niet verkracht worden.

Realiteit:

Prostituees kunnen wel degelijk verkracht worden. Niet enkel door hun pooiers, maar ook door klanten. Het is niet omdat er betaald wordt voor seks, dat de klant alles kan en mag doen. Als een prostituee gedwongen wordt tot ongewenste seksuele handelingen dan geldt dat als verkrachting of aanranding.